De verdachte en het slachtoffer hadden op 30 september 2020 afgesproken op de parkeerplaats van een supermarkt. Daar escaleerde de ontmoeting zodra de verdachte zijn auto uitstapte. Bij de schermutseling die volgt raken zowel de verdachte als het slachtoffer gewond. Het slachtoffer overlijdt kort daarna.

Voor de rechtbank staat vast dat de verdachte een mes bij zich had toen hij op de parkeerplaats arriveerde en is hij met het mes in zijn handen uit de auto gestapt en op het slachtoffer afgestapt. Daardoor heeft hij willens en wetens de kans aanvaard dat het slachtoffer om het leven zou kunnen komen. 

Een beroep op noodweer of noodweer exces slaagt niet. De verdachte had er ook voor kunnen kiezen om van de afspraak af te zien en hij heeft ook de aanval zelf ingezet. De verklaring van de verdachte, dat hij eerst door het slachtoffer is gestoken en vervolgens een mes van hem heeft afgepakt waarmee hij zichzelf heeft verdedigd, wordt als ongeloofwaardig verworpen, hoewel ook het slachtoffer een mes bij zich had.