Laden...

Beroep televisiefabrikant tegen ACM-boete ongegrond

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Rotterdam > Nieuws > Beroep televisiefabrikant tegen ACM-boete ongegrond
Rotterdam, 07 augustus 2025

De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van een televisiefabrikant tegen een besluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) ongegrond verklaard. De ACM heeft de fabrikant een boete van bijna 8 miljoen euro opgelegd.

Verkoopprijzen

De ACM heeft die boete aan de televisiefabrikant opgelegd omdat deze fabrikant elektronicawinkels die haar televisies verkochten, niet vrijliet in het bepalen van hun verkoopprijzen. De televisiefabrikant drong er bij deze winkels op aan zich te houden aan de door haar gecommuniceerde adviesprijzen en de elektronicawinkels volgden deze verzoeken van de fabrikant tot prijsverhogingen doorgaans op. Daarbij maakte de televisiefabrikant duidelijk dat zij concurrerende winkels zou benaderen zodat ook die hun prijzen zouden verhogen naar de adviesprijzen. Elektronicawinkels wezen de televisiefabrikant er ook zelf op wanneer concurrenten van deze adviesprijzen afweken. Vervolgens benaderde de televisiefabrikant die winkels. Uit het door de ACM overgelegde bewijs blijkt dat deze handelwijze van de televisiefabrikant gericht was op het behouden van de marges op de verkoop van de televisies.

Wilsovereenstemming

De rechtbank is van oordeel dat er tussen de televisiefabrikant en de elektronicawinkels wilsovereenstemming bestond over de vaststelling van de verkoopprijzen op het door de televisiefabrikant verlangde niveau. Dat er door de ACM niet is vastgesteld dat de televisiefabrikant de elektronicawinkels contractueel dwong tot het volgen van de adviesprijzen en ook niet is vastgesteld dat de televisiefabrikant sancties of directe financiële prikkels toepaste, betekent niet dat er geen afstemming was en dat de mededinging er niet door werd beperkt.

Verder oordeelt de rechtbank dat het gedrag van de televisiefabrikant zo schadelijk is voor de mededinging, dat de ACM geen onderzoek hoefde te doen naar de gevolgen van dat gedrag. Het bewijs in deze zaak ondersteunt het standpunt van de ACM dat er een jarenlange praktijk bestond die als gemeenschappelijk doel had het beschermen van de marges door verkoopprijzen stabiel te houden en prijsverlagingen te voorkomen en terug te draaien.

De rechtbank is van oordeel dat de ACM terecht een boete heeft opgelegd en vindt ook de hoogte van de boete passend.


Uitspraken