De rechtbank oordeelt vandaag dat de uitkering van de vrouw ten onrechte per 1 augustus 2022 is ingetrokken omdat er niet van kan worden uitgegaan dat zij een brief van de gemeente heeft ontvangen. Verder oordeelt de rechtbank dat, voor wat betreft de door de vrouw verrichte activiteiten, van een schending van de inlichtingenplicht geen sprake is. De vrouw heeft namelijk steeds melding gemaakt van haar activiteiten.
De gemeente heeft de vrouw er niet op gewezen dat deze activiteiten gevolgen kunnen hebben voor haar bijstandsuitkering. De gemeente heeft de vrouw ook niet gevraagd haar activiteiten nader toe te lichten. Dat de gemeente nu stelt dat deze activiteiten op geld waardeerbaar zijn en de betaalde bijstand om die reden terugvordert, is volgens de rechtbank in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. De gemeente moet een nieuwe beslissing op het bezwaar nemen.