In de vroege avond van 23 januari 2024 betreedt de politie met een stormram de woning van het slachtoffer. De moeder en de zus van Lisa kregen daarvoor al enige tijd geen contact met haar. Binnen treffen de agenten het slachtoffer bewegingloos op de bank in de woonkamer aan. Ze heeft diverse (steek)verwondingen en is overleden. De eveneens gewonde verdachte wordt na reanimatie overgebracht naar een ziekenhuis. Hij is daar een dag later aangehouden.

De verdachte had ongeveer 2 jaar een relatie met Lisa. Die relatie begon toen zij beiden waren opgenomen in een psychiatrische instelling. Volgens een naaste van het slachtoffer zijn er in december 2023 relatieproblemen tussen de twee ontstaan.

De verdachte was gestopt met het innemen van zijn medicijnen en de moeder van Lisa heeft de verdachte – nadat hij op aangeven van Lisa weigerde te vertrekken – uit de woning van Lisa gezet. Het slachtoffer heeft de relatie een aantal dagen voor het fatale incident beëindigd.

De rechtbank is van oordeel dat de verdachte zijn ex-partner heeft dood gestoken. Het verweer van de verdediging dat in het geheel niet kan worden vastgesteld wat er is gebeurd en ook dat een ander dan de verdachte verantwoordelijk is voor de dood van het slachtoffer slaagt niet. Er zijn geen aanwijzingen voor voorbedachte raad, zodat de verdachte wordt vrijgesproken van moord. Er zijn genoeg aanwijzingen te vinden in het dossier voor het bewijs van doodslag door de verdachte

Zo zijn alleen de verdachte en het slachtoffer aanwezig in de woning en horen de onderburen hard en pijnlijk geschreeuw in de periode waarin Lisa volgens de deskundige is overleden. De patholoog concludeert dat het beeld van de snijletsels zeer veel waarschijnlijker is gegeven de hypothese dat deze letsels zijn toegebracht door een ander persoon dan gegeven de hypothese dat deze door het slachtoffer zelf zijn toegebracht.

Uit het dossier komt naar voren dat de verdachte niet kon accepteren dat het slachtoffer de relatie had beëindigd, hetgeen zich eerder al in opbouwende mate heeft geuit in geweld jegens het slachtoffer.

De verdachte is in de ochtend van 23 januari 2024 onuitgenodigd naar de woning van het slachtoffer gegaan, terwijl hij daar niets had te zoeken.  De verdachte heeft het slachtoffer vier keer, ook diep in de borst, waar zich vitale organen bevinden, gestoken, waardoor het slachtoffer het leven heeft verloren. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte met vol opzet heeft gehandeld. 

Volgens deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) is de verdachte een psychiatrisch ernstig zieke man. Vanaf 18-jarige leeftijd heeft hij terugkerend last van wanen en hallucinaties. In 2019 is hij voor het eerst met justitie in aanraking gekomen toen hij tijdens een psychose geprobeerd heeft zijn toenmalige ex vriendin te wurgen.

De rechtbank neemt aan dat de verdachte tijdens het fatale incident in een psychotische toestand verkeerde. Tegelijkertijd begrijpt de verdachte het verschil tussen goed en kwaad. De rechtbank volgt het rapport van het PBC en is van oordeel dat de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.

Lisa had nog een heel leven voor zich en had veel toekomstplannen. Op het moment dat de verdachte haar het leven ontnam had zij juist een nieuwe start gemaakt en zag zij het leven na moeilijke jaren weer positief in. De dood van het slachtoffer heeft onbeschrijflijk verdriet en leed veroorzaakt bij haar nabestaanden. Het slachtoffer was geliefd. De nabestaanden waren allen sterk betrokken bij het slachtoffer.

De verdachte verzet zich tegen medicatie en terugkerend zijn er periodes dat hij met de medicatie stopt. De rechtbank leidt hieruit af dat er gevaar is voor herhaling van ernstig gewelddadig gedrag en dat het onverantwoord is om de verdachte zonder enige vorm van behandeling terug te laten keren in de samenleving.

De rechtbank legt de verdachte een gevangenisstraf op van 6 jaar en tbs met dwangverpleging. De tbs-maatregel is door de rechtbank zonder maximumduur opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid eisen dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.