De mannen worden veroordeeld voor het feitelijke leidinggeven aan het opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift en het feitelijke leidinggeven aan misbruik van overheidsgelden (door een deel van het overheidsgeld te gebruiken voor het geven van laptops en later cadeaubonnen aan de cursisten). 

Een van hen is ook veroordeeld voor het beïnvloeden van een getuige. Daarnaast worden de mannen veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie die zich gedurende de periode van ruim een jaar heeft beziggehouden met het hiervoor genoemde misbruik van overheidsgelden, valsheid in geschrift en het beïnvloeden van een getuige.

De rechtbank komt ten aanzien van een deel van de feiten tot een andere conclusie dan de officier van justitie. Anders dan het Openbaar Ministerie is de rechtbank van oordeel dat op basis van de regelgeving niet kan worden vastgesteld dat in de periode van 2 juli 2018 tot 1 juni 2019 e-learning in de vorm van het bekijken van vooraf opgenomen video's niet was toegestaan en dat de taalschool daar ten onrechte een vergoeding van DUO voor heeft ontvangen. Voor de periode na 1 juni 2019 geldt dat de taalschool geen opgave aan DUO behoefde te doen van de deelgenomen cursusuren, maar enkel van de contracturen. De verdachten worden dan ook vrijgesproken van oplichting als onderdeel van de criminele organisatie. Ook worden de verdachten (gedeeltelijk) vrijgesproken van twee andere ten laste gelegde feiten.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 5 jaar geëist.

De rechtbank legt aan de twee mannen op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf (107 dagen) gelijk aan de duur van het voorarrest, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 240 uren.