De officier van justitie heeft voor alle drie de mannen een gevangenisstraf geëist van 36 maanden, waarvan de helft voorwaardelijk. De rechtbank heeft bij twee van hen een lagere straf opgelegd. Dat komt omdat er rekening is gehouden met hun persoonlijke omstandigheden en de manier waarop zij zich hebben opgesteld gedurende het proces.
Bij de derde man heeft de rechter geen reden gezien om af te wijken van de eis. Dat komt omdat hij recent nog veroordeeld is voor een soortgelijk feit en kennelijk niet heeft geleerd van zijn eerdere straf. Bovendien heeft hij geen openheid van zaken gegeven tijdens het proces.