Verder is de rechtbank van oordeel dat de telecomaanbieder niet aansprakelijk kan worden gehouden voor onrechtmatige raadpleging van haar klantgegevens.
De telecomaanbieder had meerdere keren aan het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie, dat het informatiesysteem voor telefoongegevens en internetgegevens beheert, en aan de staatssecretaris gevraagd of zij aansprakelijk zou kunnen worden gehouden voor onrechtmatige raadpleging.
Het CIOT en de staatssecretaris hebben daar geen duidelijkheid over gegeven voorafgaand de procedure bij de rechtbank. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de telecomaanbieder geen verwijt kan worden gemaakt dat zij haar klantgegevens niet heeft gedeeld. Omdat de telecomaanbieder geen verwijt kan worden gemaakt kan aan haar geen boete worden opgelegd.
Wel is de rechtbank van oordeel dat de staatssecretaris terecht een last onder dwangsom aan de telecomaanbieder heeft opgelegd om haar ertoe te bewegen alsnog haar klantgegevens ter beschikking te stellen.
Het nakomen van die verplichting is belangrijk voor de bestrijding van criminaliteit en de bescherming van de nationale veiligheid. Aan die last heeft de telecomaanbieder inmiddels voldaan en de staatssecretaris is niet overgegaan tot invordering van dwangsommen.