De schipper van de sloep heeft verzuimd voorrang te verlenen of zijn koers en/of snelheid aan te passen om een botsing met de watertaxi te voorkomen. Hij heeft daarom niet alle voorzorgsmaatregelen getroffen die van hem mochten worden verwacht om te voorkomen dat de sloep beschadigd raakte en zonk. Hij handelde daarmee in strijd met het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en heeft niet voldaan aan de op hem als schipper rustende zorgplicht.
De schipper werd ook verweten dat hij geen groot vaarbewijs, een basiscertificaat marifonie, een marifooninstallatie aan boord of een draagbare marifoon had. Daarnaast beschikte de sloep niet over een verklaring van deugdelijkheid of was deze niet aangeboden ter keuring. Voor deze zaken geldt geen wettelijke verplichting oordeelt de rechtbank. Ook kan een verplichting daartoe evenmin worden aangenomen op grond van de algemene zorgplicht tot het treffen van alle volgens goed zeemanschap, of door de omstandigheden waarin het schip zich bevindt, geboden voorzorgsmaatregelen. De omstandigheid dat het gebruik van een marifoon in de gegeven omstandigheden is aan te raden, is onvoldoende om te kunnen concluderen dat bij het niet gebruiken daarvan sprake is van strafrechtelijk verwijtbare nalatigheid.
Omdat de verdachte heeft gehandeld in de strijd met het BPR en niet heeft voldaan aan de zorgplicht wordt hij veroordeeld tot een boete van 750 euro.