Twee jeugdige verdachten zijn veroordeeld voor een poging doodslag. Uit beelden blijkt dat het desbetreffende slachtoffer tegen de grond is gewerkt. Toen hij daar weerloos lag, hebben de verdachten hem geslagen en geschopt. Het slachtoffer is daarbij geraakt in zijn buik en op zijn hoofd.

Het is algemeen bekend dat het hoofd een van de kwetsbaarste delen van het menselijk lichaam is. Geweld waarbij het hoofd wordt geraakt kan fataal aflopen. De rechtbank is van oordeel dat de verdachten de aanmerkelijke kans voor lief hebben genomen dat het slachtoffer door het geweld zou kunnen overlijden.

De rechtbank legt de verdachten een onvoorwaardelijke jeugddetentie op die gelijk is aan de tijd die ze in voorarrest hebben gezeten. Daarnaast krijgen beide verdachten een voorwaardelijke jeugddetentie van 90 dagen opgelegd.

Ze moeten zich daarbij houden aan de aanwijzingen van de Jeugdreclassering. Daarnaast krijgen zij een leerstraf van 50 uur respectievelijk een werkstraf van 80 uur opgelegd en moeten ze het slachtoffer een schadevergoeding van ruim 3000 euro betalen.

Een derde verdachte is veroordeeld voor openlijk geweld tegen vier slachtoffers en de mishandeling van één van hen. In de zaak waar zijn medeverdachten zijn veroordeeld voor poging doodslag heeft de rechtbank ten aanzien van deze verdachte de openlijke geweldpleging bewezen geacht.

Uit camerabeelden blijkt dat hij gestopt is met schoppen en slaan toen het slachtoffer weerloos op de grond lag.

Ook deze verdachte krijgt een onvoorwaardelijke jeugddetentie opgelegd die gelijk is aan zijn voorarrest. Daarnaast krijgt hij een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 120 dagen opgelegd en een werkstraf voor de duur van 101 uur.

Hij moet zich houden aan de aanwijzingen van de Jeugdreclassering en zich verplicht laten behandelen. Aan de slachtoffers moet hij daarnaast schadevergoedingen betalen.