In een ontnemingszaak draait het naast het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel om de vraag wat de veroordeelde moet betalen. Als er al voordeel is ontnomen, wordt dat van de betalingsverplichting afgetrokken. Vast is komen te staan dat een aantal cocaïnetransporten van L. is onderschept.
Bij elkaar is dat zo'n 13.000 kilo cocaïne met een gezamenlijke waarde van 30 miljoen euro. Om het geld dat L. met zijn criminele activiteiten verdiende uit te rekenen wordt de waarde van die inbeslaggenomen cocaïne afgetrokken van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel.
Bij elkaar komt de rechtbank uit op een bedrag van bijna 127 miljoen euro aan wederrechtelijk verkregen voordeel en een betalingsverplichting van 96 miljoen euro.