Omdat de veroordeelde geen enkel inzicht heeft gegeven in welk bedrag hij heeft ontvangen, ziet de rechtbank geen andere mogelijkheid dan een schatting te maken hoeveel de veroordeelde per transport heeft verdiend. Gelet op de essentiële rol die verdachte bij de transporten heeft gespeeld, maar ook gelet op zijn uitgavenpatroon, schat de rechtbank dat hij bij elk transport ten minste 5 % van de winst heeft ontvangen, zijnde € 9.604.452,25. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn wordt de betalingsverplichting op € 9.599.452,25 gesteld.