Laden...

Onvoorwaardelijke gevangenisstraf en vier jaar ontzegging van de rijbevoegdheid na dodelijk ongeval

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Rotterdam > Nieuws > Onvoorwaardelijke gevangenisstraf en vier jaar ontzegging van de rijbevoegdheid na dodelijk ongeval
Rotterdam, 29 juli 2021

De rechtbank Rotterdam heeft vandaag een  58-jarige man uit Rotterdam veroordeeld voor dood door schuld in het verkeer (art. 6 Wegenverkeerwet 1994)  tot een gevangenisstraf van achttien (18) maanden, waarvan zes (6) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.

Daarnaast is aan de man een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd voor de duur van vier jaar. Daarbij wordt de tijd in mindering gebracht dat zijn rijbewijs in de strafzaak ingevorderd en ingehouden is geweest. Verdachte is bovendien veroordeeld voor rijden onder invloed van alcohol (art. 8 lid 2 WVW) en doorrijden na ongeval (art. 7 WVW). 


Gordelweg

De man heeft op 22 juli 2019, terwijl hij met zijn personenauto over de Gordelweg te Rotterdam reed, een 70-jarige vrouw aangereden die samen met haar hondje bijna was overgestoken.  De vrouw is bij de aanrijding zodanig ernstig gewond geraakt dat zij ter plaatse is overleden. Ook de hond heeft het ongeval niet overleefd. 

Ernstige mate van schuld

De rechtbank heeft op basis van het dossier vastgesteld dat verdachte in ernstige mate schuld heeft aan het ongeval. Hij was fors onder invloed van alcohol: bij een ademanalyse bleek zijn adem 775 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht te bevatten. Dat is ruim 3,5 keer het wettelijk toegelaten maximum van 220 microgram. 

De rechtbank heeft bij de bepaling van de mate van schuld rekening gehouden met de zeer aanzienlijke negatieve gevolgen op de reactiesnelheid en het waarnemingsvermogen die optreden bij fors alcoholgebruik, en heeft vastgesteld dat verdachte zijn snelheid niet tijdig heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse. 

In het nadeel van de verdachte heeft de rechtbank meegewogen dat verdachte eerder heeft gereden onder invloed en dat hij als straf bij een van die zaken een leerstraf heeft gehad die gaat over de gevaren van alcohol in het verkeer. Dat geldt ook voor de omstandigheid dat verdachte -voorafgaand aan de zitting- op geen enkele wijze zijn medeleven of spijt heeft laten blijken aan de nabestaanden. 

Uitspraken