Volgens de rechtbank bestaat het voordeel van de CEO uit de financiële onttrekkingen voor hemzelf als die zijn te relateren aan de leningen, kredieten en opbrengsten, die door het omkopen van de directeur van het Havenbedrijf Rotterdam zijn verkregen. Het gaat dan om een privévoordeel dat hij niet kon genieten zonder die leningen, kredieten en opbrengsten.