Vast is komen te staan dat de oud-bestuurder met geld van HDI betalingen liet doen ten behoeve van zichzelf, zijn vrouw, een bevriend echtpaar en bedrijven waar dat echtpaar belangen in had. Over de terugbetaling aan HDI of tegenprestaties waren geen deugdelijke afspraken gemaakt. Er was geen sprake van een vorm van zekerheid (borgtocht, pand of hypotheek).
De rechtbank is van oordeel dat de oud- bestuurder door zo te handelen zijn taak als bestuurder niet behoorlijk heeft vervuld en ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
De rechtbank heeft daarnaast beslist dat de personen en bedrijven die geld van HDI ontvingen dat moeten terugbetalen. Als zij dat doen worden terugbetaalde bedragen in mindering gebracht op het bedrag dat de oud-bestuurder aan HDI moet betalen.