De hoofdverdachte moet 14 jaar de gevangenis in. De rechtbank acht bewezen dat hij mede verantwoordelijk is voor de invoer van partijen cocaïne in april 2015 en november 2014 en het treffen van voorbereidingen daarvoor. Door dit te doen heeft de verdachte gehandeld in strijd met de bij zijn aanstelling als ambtenaar afgelegde belofte. Daarnaast heeft hij het vertrouwen, dat zijn werkgever en zijn collega’s in hem hadden, ernstig geschaad door zijn positie te misbruiken. De rechtbank acht de voormalig douanemedewerker ook schuldig aan het zich laten omkopen en het witwassen van geld.

De tweede verdachte heeft zich onder andere schuldig gemaakt aan de invoer van cocaïne en de voorbereidingen hiervoor. Hij kocht daarvoor de medewerker van de douane om. Ook het witwassen van geld, het bezit van vuurwapens en bedreiging acht de rechtbank bewezen. Hij krijgt een celstraf van 10 jaar.

In de zaken tegen twee andere verdachten acht de rechtbank betrokkenheid bij de omkoping van de douanier bewezen. Ze worden vrijgesproken van betrokkenheid bij de invoer van cocaïne. Zij krijgen respectievelijk 4 en 3 jaar gevangenisstraf.

De rechtbank tilt zwaar aan de omkoping van de douanemedewerker en deelt daar hoge straffen voor uit. Te meer omdat de omkoping erop was gericht grote hoeveelheden harddrugs ons land binnen te brengen. Het was de taak van de douanier om onze grenzen daartegen te beveiligen en het is schrijnend dat hij die beveiliging juist heeft ondermijnd.
Bovendien wordt daarmee het aanzien geschaad van de haven van Rotterdam, die immers een van de grootste havens is ter wereld en waar de stad mede haar faam en trots aan ontleent.