De rechtbank acht bewezen dat S.A. over een periode van 2 jaar geld ter beschikking heeft gesteld voor een groot aantal vrouwen en kinderen die in gevangenkampen in Syrië verbleven. Daarmee is dit qua omvang één van de grootste strafzaken als het gaat over de financiering van terrorisme.
In eerste instantie voor voedsel en goederen, later voor 'ontsnappingen' van vrouwen en hun kinderen uit de kampen. De verdachte had daarbij een sturende en essentiële rol: hij gaf opdrachten welke vrouwen moesten worden opgehaald, organiseerde de smokkel en regelde verblijflocaties.