In het vonnis is een uitvoerige motivering gegeven over de strafkorting. De motivering kan als volgt worden samengevat:
• Door de toename van het aantal, de omvang en de complexiteit van strafzaken met betrekking tot de georganiseerde drugscriminaliteit komt de efficiëntie en de effectiviteit van de strafrechtspleging onder druk te staan. Belangrijke strafdoelen als vergelding en preventie kunnen dan minder goed worden behaald. De rechtbank vindt dit niet wenselijk.
• Procesafspraken zijn minder uitzonderlijk dan zij op het eerste gezicht lijken. De wet kent ze als zodanig weliswaar niet, maar biedt hiervoor wel ruimte en waarborgen. Bovendien is een internationaal toetsingskader voorhanden.
• De verdachte is weloverwogen en vrijwillig tot de procesafspraken gekomen en is zich bewust geweest van de inhoud, de procedure en de (mogelijke) gevolgen. Ook zijn de procesafspraken voor zowel de totstandkoming als de inhoud als eerlijk te bestempelen.
• De ‘strafkorting’ die hier aan de orde is, is in het algemeen belang te rechtvaardigen en daarmee ook aan de maatschappij goed uit te leggen. De strafmatiging is relatief, omdat strafmatiging ook aan de orde zou zijn geweest als de zaak pas over jaren zou zijn uitgeprocedeerd. De tijdwinst wordt in het algemeen belang ingezet om andere zaken op te pakken en de strafrechtspleging te dienen.
• De inzet van procesafspraken in deze zaak moet niet worden gezien als een instrument en/of (wonder)middel. Het is een alternatief dat op een bepaalde manier, in een bepaald type zaak en onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden kan worden ingezet.