Laden...

Vorderingen van inwoners Amazongebied afgewezen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Rotterdam > Nieuws > Vorderingen van inwoners Amazongebied afgewezen
Rotterdam, 25 september 2025

De rechtbank Rotterdam heeft op 24 september 2025 eindvonnis gewezen in een al 4 jaar lopende zaak van Braziliaanse inwoners van het Amazonegebied en hun vereniging tegen Norsk Hydro, een groot internationaal concern.

Vorderingen

De procedure is gestart door Cainquiama, een Braziliaanse vereniging die is opgericht door leden van traditionele, inheemse leefgemeenschappen in en rondom Barcarena in het Braziliaanse Amazonegebied, en negen van die leden. Norsk Hydro exploiteert een aluminiumoxideraffinaderij in dit gebied. 

Dat doet zij via haar Braziliaanse werkmaatschappijen Alunorte en Albras. Eisers stellen dat zij al tientallen jaren worden geconfronteerd met milieuverontreiniging in hun leefgebied. Hierdoor zijn, naar zij stellen, veel inwoners in en rondom Barcarena ziek geworden en kunnen zij niet langer op traditionele wijze in hun levensonderhoud voorzien. Volgens eisers wordt de milieuverontreiniging veroorzaakt door de vervuilende activiteiten van Alunorte en Albras.

De gedagvaarde bedrijven ontkennen dat er schade is veroorzaakt waarvoor zij aansprakelijk zijn.

Afgewezen

De rechtbank wijst uiteindelijk, na tussenvonnissen, alle vorderingen af. Daarvoor zijn meerdere redenen.

Eisers baseren zich op gebeurtenissen uit de periode 2002-2018. De rechtbank oordeelt dat een groot deel van de vorderingen te laat is ingesteld, die zijn verjaard.

Voor twee kwesties, uit 2009 en 2018, heeft de rechtbank dat niet beslist.

Vast staat dat in 2009 een reservoir met vervuild afvalwater bij een van de Braziliaanse werkmaatschappijen is overstroomd. Aannemelijk is dat daardoor schade kan zijn ontstaan.

Partijen zijn het er niet over eens wat er precies is gebeurd in 2018. Ze hebben allebei rapporten van deskundigen aan de rechtbank gestuurd. Daaruit blijkt in elk geval dat het reservoir in 2018 niet is 

Gedagvaarde bedrijven niet aansprakelijk

De rechtbank gaat niet verder onderzoeken hoe het zit met de gebeurtenissen uit 2009 en 2018. De gedagvaarde bedrijven zijn namelijk niet de Braziliaanse werkmaatschappijen, maar het Noorse moederbedrijf en zes Nederlandse dochterbedrijven. De eisers zeggen dat die als indirecte vervuilers ook aansprakelijk zijn.

De rechtbank oordeelt dat dat niet zo is. Het Braziliaanse recht voorziet wel in aansprakelijkheid van de indirecte vervuiler, maar de rechtbank oordeelt dat de gegevens nu, in deze zaak, niet voldoende zijn om te kunnen beslissen dat aan de eisen die dat recht stelt aan de betrokkenheid van de gedagvaarde bedrijven is voldaan. Daarbij is belangrijk dat deze bedrijven feitelijk (vrijwel) niets met de aluminiumwinning en verwerking in Brazilië te maken hebben.

Met dit vonnis is de procedure bij de rechtbank afgelopen. Alle partijen kunnen in hoger beroep.

Uitspraken