De rechtbank vindt de verklaring van de aangeefster betrouwbaar maar voor een veroordeling is aanvullend bewijs nodig. Vooral ook omdat de verdachte de feiten ontkent en de aangeefster bovendien moeite had om te verklaren over de concrete gebeurtenissen.
Een getuige die volgens de aangeefster bij seksuele handelingen aanwezig zou zijn geweest, heeft de ontucht ontkend. Een andere mogelijke getuige heeft geweigerd om een verklaring af te leggen.
Andere getuigen verklaren kort en globaal over wat er zou zijn gebeurd en deden dat 'van horen zeggen'. Ze waren er dus niet bij. De veroordeling van de verdachte in eerdere soortgelijke zaken, kan in deze zaak niet als (schakel)bewijs worden gebruikt.