De rechtbank oordeelt dat doxing niet bewezen is. De berichten zijn door de verdachte op X geplaatst vóór de invoering van de wet. Het niet verwijderen van de berichten na 1 januari 2024, wordt niet gezien als het blijven verspreiden van persoonsgegevens met bedoeling nadeel toe te brengen aan de slachtoffers.
De rechtbank benadrukte daarbij dat het nalaten om de berichten te verwijderen te ver afstaat van het fysiek verspreiden. Dit heeft als gevolg dat de bedoeling om nadeel toe te brengen aan de slachtoffers hieruit niet kan worden afgeleid of dat die bedoeling vanaf het plaatsten van de berichten steeds is blijven bestaan. Ander bewijs voor die bedoeling was er niet.
Gelet op bovenstaande spreekt de rechtbank de verdachte vrij.
* Doxing is het zonder toestemming verspreiden van iemands persoonlijke gegevens om die persoon te intimideren of schade te berokken. Sinds 1 januari 2024 is dit strafbaar op grond van artikel 285d van het Wetboek van Strafrecht.