De verdachte mishandelde zijn partner op zo’n manier dat zij om het leven kwam. Hij meldde haar overlijden pas dagen later bij de politie. In de tussentijd gijzelde hij een bezoeker in zijn huis en dwong deze om een valse bekentenis af te leggen over de dood van het slachtoffer. 

De rechtbank oordeelde dat de verdachte zijn partner zo ernstig heeft mishandeld dat zij hierdoor om het leven is gekomen. Hoewel de man zijn betrokkenheid ontkende, was het bewijs overtuigend. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes jaar op, iets lager dan de eis van de officier van justitie, omdat de verdachte door zijn geestelijke stoornissen niet volledig verantwoordelijk kan worden gehouden voor de feiten. Ook werd TBS met dwangverpleging opgelegd om het risico op herhaling te verkleinen en de maatschappij zo te beschermen.

De rechtbank besloot dat de verdachte schadevergoeding moet betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer. De dochter, moeder en zus van het slachtoffer krijgen compensatie voor het emotionele leed dat zij hebben ervaren. Ook de materiële schade van de stiefvader moet door de verdachte worden vergoed.