Er heersen al langere tijd spanningen tussen een van de verdachten en zijn buurman als het op 27 september 2023 bij hun woningen in Rotterdam uit de hand loopt. Het langlopende conflict tussen de buren draait onder meer om geluidsoverlast. De bewuste avond heeft deze 55-jarige verdachte vrienden en familieleden op bezoek. Het slachtoffer klaagt over openbare dronkenschap en vervelend gedrag.

Dit mondt uit in de bestorming van de tuin van het slachtoffer door een grote groep, waar alle verdachten deel van uit maken. In de tuin is door een van de vier verdachten geweld gebruikt tegen het slachtoffer.

Het slachtoffer is vervolgens zijn tuin uit gelopen en op het grasveld voor zijn tuin neergevallen. Drie verdachten schoppen en slaan het slachtoffer dat daar op de grond ligt. De 55-jarige verdachte heeft tevens het dodelijke steekletsel toegebracht. Hij steekt het slachtoffer in de borst met een scherp voorwerp.

De verdachten laten het slachtoffer achter op het grasveld. Toegesnelde hulpdiensten proberen het slachtoffer nog te reanimeren, maar hulp mag niet meer baten. Het slachtoffer overlijdt ter plaatse.

In het dossier bevindt zich een groot aantal getuigenverklaringen over wat er zich precies heeft afgespeeld. Deze verklaringen zijn op diverse onderdelen sterk uiteenlopend. Een aantal getuigen spreekt zichzelf tegen. Dit is enerzijds verklaarbaar, omdat vrijwel alle getuigen de gebeurtenissen slechts deels hebben kunnen waarnemen.

Anderzijds geldt dat een aantal getuigenverklaringen afkomstig is van familieleden of bekenden van verdachten. Zij hebben er mogelijk belang bij om be- of ontlastend te verklaren ten aanzien van bepaalde momenten. Verder was een aantal aanwezigen flink onder invloed alcohol en/of drugs.

Toch acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de 55-jarige verdachte zich door het fatale steken schuldig heeft gemaakt aan doodslag. In zijn woning is ook een vuurwapen met munitie aangetroffen.

Ook hebben hij en de drie andere verdachten zich schuldig gemaakt aan openlijk geweld door het slachtoffer te schoppen en te slaan. Een 36-jarige verdachte wordt ook veroordeeld voor het bezit van een vuurwapen en de diefstal van drie brillen uit een winkel in Rijswijk.

De 55-jarige verdachte is onderzocht door een psychiater en een psycholoog. Bij deze verdachte is sprake van zwakbegaafdheid, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol. De verdachte is verminderd in staat om de gevolgen van zijn gedrag te overzien.

Deze verdachte heeft meerdere leugenachtige verklaringen afgelegd en daarmee geen openheid van zaken gegeven over zijn handelen, noch enige verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. De rechtbank weegt deze proceshouding van verdachte in strafverzwarende zin mee bij het bepalen van de strafmaat. 

Het overlijden van het slachtoffer heeft veel leed en verdriet veroorzaakt bij zijn nabestaanden. Een aantal nabestaanden heeft dit ook op indrukwekkende wijze verwoord in hun slachtofferverklaring. Hun leven is op tragische wijze veranderd met de onverwachte, gewelddadige dood van hun geliefde vader en broer.

De rechtbank veroordeelt de 55-jarige verdachte conform de eis van de officier van justitie tot 12 jaar celstraf. De 36-jarige krijgt een gevangenisstraf van 15 maanden opgelegd, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. De 57- en 59-jarige verdachten krijgen allebei een celstraf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Voor de verdachten met een voorwaardelijke straf gelden bijzondere voorwaarden waar ze zich aan moeten houden, zoals een contactverbod met medeverdachten en de nabestaanden.