Uit de
zaak komt het beeld komt naar voren dat verdachte bij de gemeenten is gaan
werken om valselijk paspoorten te kunnen opmaken. Verdachte heeft zelf
aanvraagformulieren ingevuld en betalingen verricht. Een in Dordrecht opgemaakt
paspoort was bestemd voor een voortvluchtige crimineel. Dat rekent de rechtbank
haar zwaar aan.
Op een eerder moment tijdens de inhoudelijke behandeling had de rechtbank een afdoeningsschikking tussen de officier
van justitie en de verdachte, waarin procesafspraken waren gemaakt en een
strafafdoening was overeengekomen, niet willen overnemen omdat de gemaakte
afspraken niet pasten bij deze strafzaak. Om die reden had de rechtbank tot een
nieuwe inhoudelijke behandeling van de tenlastegelegde feiten besloten.
De rechtbank Rotterdam gaat dan ook niet mee in de eis van het Openbaar
Ministerie tot een taakstraf en voorwaardelijke celstraf, zoals in de
procesafspraken als strafafdoening tussen de officier van justitie en de
verdachte was afgesproken. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 12 maanden
cel, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
Verder mag de vrouw 2 jaar niet meer
werken als ambtenaar. Ook moet ze zich melden bij Reclassering Nederland en
zich laten behandelen om zichzelf weerbaar te maken tegen manipulatie.