De
rechtbank stelt dat zij niet gebonden is aan de eis van de officier van
justitie. De rechtbank acht het bewezenverklaarde zodanig ernstig dat een
hogere straf dan door de officier van justitie is gevorderd aangewezen is. Een
lichtere straf zou onvoldoende recht doen aan de ernst van de feiten, de
belangen van de slachtoffers en de vereisten van preventie.
De rechtbank veroordeelt de verdacht tot een celstraf van 4 jaar, waarvan 6
maanden voorwaardelijk. Aan vier slachtoffers moet hij een immateriële schadevergoeding
betalen, variërende van 1500 tot 3000 euro.
Daarnaast moet verdachte zich melden bij de reclassering, moet hij zich laten
behandelen, krijgt hij een contactverbod opgelegd en moet hij onder meer
digitale omgevingen vermijden waar hij in contact kan komen met kinderporno.