De man maakte zich tussen 2014 en 2019 veelvuldig schuldig aan het bedreigen van jonge meisjes via de mobiele telefoon en op social media. Hij was kennelijk wanhopig en obsessief op zoek naar een vriendin. Hij uitte de meest vreselijke bedreigingen aan meisjes of aan bekenden van hen als hij afgewezen werd, maar soms ook al meteen bij het eerste contact. Hij voegde specifieke details toe aan die bedreigingen, bijvoorbeeld over het adres of over de werkgever van zijn slachtoffers, waardoor hij extra angst wist in te boezemen. Ook verwees hij naar slachtoffers in geruchtmakende moordzaken, waarbij hij tegen zijn slachtoffers zei dat ze hetzelfde lot te wachten stond. Uit de aangiftes blijkt dat zijn slachtoffers hier enorm onder te lijden hebben gehad, wat ook indringend duidelijk werd door slachtofferverklaringen tijdens de zitting.

De man, die verminderd toerekeningsvatbaar is, ging zelfs door met zijn bedreigingen nadat hij hierover door de politie verhoord was en in voorarrest had gezeten. De officier van justitie eiste 3 maanden onvoorwaardelijke celstraf, wat overeenkomt met de periode van voorarrest. Gelet op de ernst en het leed dat de verdachte opzettelijk heeft toegebracht aan zijn slachtoffers, vindt de rechtbank dit niet voldoende. Met een onvoorwaardelijke celstraf van 8 maanden, waardoor de man opnieuw de cel in moet, wil de rechtbank hem doordringen van ernst van de zaak en ook enigszins tegemoet komen aan de angst en de boosheid van zijn slachtoffers.