Een beroepsmilitair raakte arbeidsongeschikt door trauma’s die hij opliep tijdens diverse missies. Sinds 2017 is aan hem daarom een arbeidsongeschiktheidsuitkering en een invaliditeitspensioen toegekend. In 2022 ontving de beroepsmilitair naast deze uitkeringen ook een Bijzondere invaliditeitsverhoging (BIV) en het Militair invaliditeitspensioen (MIP). Dat zijn  uitkeringen waarop hij levenslang recht heeft. Volgens de Belastingdienst vielen die bedragen onder het belastbare inkomen, waarover belasting betaald moest worden. Daartegen heeft de beroepsmilitair een rechtszaak aangespannen. Die vindt namelijk op grond van verschillende argumenten dat de uitkeringen niet belastbaar zijn. De rechtbank stelt de Belastingdienst in haar gelijk: het heffen van de belasting op deze twee bedragen was terecht. 

De BIV is een smartengelduitkering en is geen salaris uit bijvoorbeeld dienstverband. Maar dat betekent niet automatisch dat deze inkomsten belastingvrij zijn. De BIV is een publiekrechtelijke periodieke uitkering. Volgens de Wet inkomstenbelasting valt dit onder het belastbaar inkomen en dus mocht hierover belasting geheven worden.

De rechtbank heeft niet gezegd of het MIP een smartengelduitkering is of dat het moet worden gezien als loon. In beide gevallen is het namelijk belast, ofwel als loon ofwel, net als de BIV als een publiekrechtelijke periodieke uitkering.