Laden...

Celstraffen tot 12 jaar voor schietpartijen in Bergen op Zoom

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Zeeland-West-Brabant > Nieuws > Celstraffen tot 12 jaar voor schietpartijen in Bergen op Zoom
Breda, 21 november 2023

De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft 4 verdachten veroordeeld tot celstraffen tussen de 5 maanden en 12 jaar voor hun betrokkenheid bij 2 schietpartijen in Bergen op Zoom in oktober 2021. Er is onder andere sprake van doodslag en poging tot moord.

In deze zaken gaat het om vier verdachten. Zij worden voor de leesbaarheid aangeduid met letters A, B, C en D.

Drie incidenten

In de nacht van zaterdag 9 op zondag 10 oktober 2021 vond een mishandeling plaats in het uitgaansleven in Antwerpen. Verdachte D  sloeg de oudere broer van verdachten A en B onder andere een blauw oog.

Verdachten B en D – poging moord op de parkeerplaats
Op 12 oktober 2021 rond etenstijd lokte verdachte B verdachte D onder valse voorwendselen naar een parkeerplaats in Bergen op Zoom. Verdachte D dacht dat verdachte B met hem wilde praten en reed daarom achter hem aan. Eenmaal aangekomen op de parkeerplaats opende verdachte B het vuur op verdachte D die op dat moment nog in de auto zat. Dat verdachte D daarbij niet dodelijk is geraakt, berust volgens de rechtbank op een gelukkig toeval en op het feit dat D in zijn auto op tijd wegdook. Zijn auto werd 11 keer geraakt, waarna verdachte D zijn eigen vuurwapen trok en verdachte B in zijn been schoot. Volgens de rechtbank was er sprake van noodweer in het geval van verdachte D. Hij krijgt dan ook geen straf voor zijn aandeel in het schietincident.

Verdachten A en C – doodslag vlakbij het theehuis
Verdachte C laat aan zijn vriend, verdachte A, weten dat er een schietpartij is geweest tussen verdachte B en D. Samen rijden ze richting het café van verdachte D. Onderweg zien verdachten A en C de oom van verdachte D en een aantal andere mannen lopen in de richting van het theehuis van de familie van A en B. Verdachte A draait vervolgens om en rijdt ook in de richting van het theehuis. Daar pakt verdachte A in de auto een pistool en stapt uit om verhaal te halen. Ook verdachte C pakt een (nep)vuurwapen uit de auto. Nadat hij verdachte ziet, loopt de oom van verdachte D richting verdachte A. Vervolgens wordt hij door verdachte A door zijn hoofd geschoten en overlijdt hij.

Poging moord en doodslag

De rechtbank is van oordeel dat in het geval van verdachte A er geen sprake is van voorbedachte raad. De beslissing om het slachtoffer neer te schieten wanneer hij de kant van verdachte A op loopt, is volgens de rechtbank impulsief genomen. De verdachte wordt daarom veroordeeld voor doodslag en niet voor moord.

In het geval van verdachte B is de rechtbank van oordeel dat er wel sprake is van voorbedachte raad. Hij had een motief en hij heeft verdachte D meegelokt naar een rustigere plek om hem ter plaatse te beschieten, terwijl verdachte D nog in zijn auto zat. Tijdens de autorit daar naartoe heeft verdachte B genoeg tijd gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad. Hij wordt daarom veroordeeld voor poging tot moord en niet voor poging tot doodslag. Op een (poging tot) moord staat een veel hogere straf dan op een (poging tot) doodslag. De gevangenisstraf van 12 jaar gaat om die reden ver uit boven de eis van de officier van justitie, die bij de strafeis uitging van een poging doodslag.

Gevangenisstraffen

Verdachte A wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar voor doodslag en wapenbezit.
Verdachte B wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar voor poging tot moord en wapenbezit.
Verdachte C wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden voor bedreiging.
Verdachte D wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 maanden voor wapenbezit.

Uitspraken