De rechtbank acht bewezen dat de hoofdverdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bewerken, verkopen, afleveren en vervoeren van cocaïne en het witwassen van de opbrengst hiervan voor een periode van 3 jaar. De rechtbank veroordeelt hem tot een celstraf van 42 maanden. Zijn echtgenote, die meeprofiteerde van de opbrengst van de handel in cocaïne, wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden en een taakstraf van 240 uur voor witwassen. De moeder van de verdachte wordt wegens drugshandel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 102 dagen. Een vriend die tijdens het huwelijk en de vakantie daarna de handel overnam, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 221 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk. Een kennis wordt vrijgesproken voor witwassen, maar wel veroordeeld tot 162 dagen gevangenisstraf voor het bezit van een grote hoeveelheid cocaïne. Een laatste verdachte krijgt een taakstraf van 40 uur opgelegd.