De rechtbank gaat er niet van uit dat het viertal van tevoren het plan had de man uit Rilland te doden. Wel vermeldt het vonnis ook dat ‘het geweld dat op hem is toegepast om hem uit te schakelen zodat de verdachten hun gang konden gaan, extreem is geweest en bovendien onnodig om de hennepplanten te kunnen stelen.’ Als het slachtoffer het al had kunnen overleven, stelt de rechtbank, is hem deze mogelijkheid in ieder geval ontnomen doordat de verdachten geen hulp verleend of ingeschakeld hebben, waarna het slachtoffer een gruwelijke dood moet zijn gestorven. Dit neemt de rechtbank ook mee als een strafverzwarende omstandigheid.