De rechtbank oordeelt dat de verdachte in aanzienlijke mate onvoorzichtig en onachtzaam heeft gereden. Dit is de wettelijke ondergrens van schuld bij een aanrijding. In vergelijkbare zaken wordt hier meestal geen gevangenisstraf voor opgelegd. Tóch geeft de rechtbank verdachte een gevangenisstraf van 108 dagen, met aftrek van voorarrest. Daarnaast moet hij de maximale taakstraf uitvoeren van 240 uur. Tot slot krijg hij een rijontzegging van 5 jaar, waarvan 2 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. In zijn proeftijd wordt de verdachte begeleid door de reclassering en moet hij meewerken aan een psychiatrische behandeling.