De man werd verdacht van 160 inbraken. Daarvan vond de rechtbank er 36 bewezen. Hij brak tijdens zijn strooptocht op allerlei manieren (kampeer)auto’s open om goederen zoals telefoons, tablets, laptops en navigatiesystemen, bankpassen, rijbewijzen, identiteitskaarten, sleutels, kleding, cosmetica en schoenen te stelen. Het ging hierbij vooral om(kampeer)auto’s met een buitenlands kenteken. De rechtbank rekent het de 43-jarige man zwaar aan dat hij de slachtoffers heeft gedupeerd terwijl zij genoten van hun vakantie.

Kennelijk kwam de man naar Nederland met als enig doel diefstallen te plegen. Deze diefstallen vertonen duidelijk kenmerken van mobiel banditisme. De rechtbank heeft daarom in haar strafoplegging een duidelijk en krachtig signaal afgegeven dat dit in de Nederlandse samenleving bepaald niet licht wordt opgevat.

De officier van justitie eiste, op basis van de ten laste gelegde feiten, een gevangenisstraf van 42 maanden. Hoewel de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van aanzienlijk minder strafbare feiten, is zij van oordeel dat de eis onvoldoende recht doet aan de ernst en aard van de feiten. De rechtbank legt daarom een fors zwaardere straf op dan geëist.

De echtgenote van de man is, voor het in bezit hebben van een vervalst identiteitsbewijs, veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden. De zoon kreeg een gevangenisstraf van vier maanden voor het pinnen van geld met een gestolen bankpas en het in bezit hebben van een vervalst identiteitsbewijs. De rechtbank acht niet bewezen dat de echtgenote en de zoon betrokken waren bij de diefstallen uit de (kampeer)auto’s. De 21-jarige schoondochter werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.