Naast het feit dat de tweeling volgens het Kinderrechtenverdrag het recht heeft om bij hun wensouders te leven, is er volgens de voorzieningenrechter ook een aantoonbare humanitaire noodzaak aanwezig voor de kinderen om Nederland in te reizen. De wensmoeder verblijft op dit moment namelijk in Armenië om de tweeling te verzorgen, maar kan daar niet onbeperkt verblijven. De rechter vindt het niet in het belang van de tweeling als zij, zonder verzorging door de wensouders, in Armenië moeten achterblijven. De draagmoeder heeft immers bij de notaris verklaard dat zij op geen enkele manier betrokken is in het leven van de kinderen en de tweeling niet zal verzorgen.