De rechtbank heeft de verdachten gedeeltelijk vrijgesproken, maar oordeelt dat wettig en overtuigend is komen vast te staan dat:
- Een van verdachten onrechtmatig een erf heeft betreden;
- een van verdachten tweemaal met een medeverdachte onrechtmatig een woning heeft betreden en doorzocht;
- een van verdachten onrechtmatig met een medeverdachte een woning heeft doorzocht en opzettelijk valselijk een proces-verbaal heeft opgemaakt (meineed);
- een van verdachten meermalen onrechtmatig woningen heeft binnengetreden en doorzocht en meerdere hulpofficieren van justitie op grond van valse en onjuiste informatie machtigingen heeft laten ondertekenen. Daarnaast heeft hij samen met een medeverdachte valselijk een proces-verbaal opgemaakt (meineed) en heeft hij zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk.
Dit zijn ernstige feiten die raken aan de basis van de rechtsstaat. Door hun handelen hebben alle vier de verdachten ernstig misbruik gemaakt van hun gezag. Dit heeft schade toegebracht aan het imago van de politieorganisatie en het vertrouwen dat men in Nederland in de politie moet kunnen hebben.
Door het plegen van meineed hebben twee verdachten zich bovendien ook schuldig gemaakt aan het in gevaar brengen van de goede procesorde van het strafrechtsysteem. Van een politieambtenaar mag worden verwacht dat processen-verbaal altijd naar waarheid wordt opgemaakt.