Op 25 juni werd de strafzaak inhoudelijk behandeld in Breda. Het onderzoek werd deze dag gesloten en de rechtbank bepaalde dat er op 8 juli uitspraak zou worden gedaan. Nadat het onderzoek was gesloten en nog voordat de rechtbank uitspraak kon doen, overleed verdachte. In de wet staat dat als iemand komt te overlijden, het recht tot strafvervolging vervalt. Juridisch betekent dit dat de rechtbank de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie moet uitspreken. De rechtbank kan dan geen inhoudelijke uitspraak meer doen waarin wordt geoordeeld over de schuld of onschuld van verdachte.