De uitspraak is daarmee anders dan de eis van de officier van justitie, die 6 jaar gevangenisstraf eiste. De rechtbank komt tot minder bewezen verklaarde feiten dan waar de officier van justitie bij zijn eis vanuit ging. Echter gelet op het verwijt dat de verdachte wordt gemaakt, vindt de rechtbank de eis van de officier van justitie, voor wat betreft de op te leggen gevangenisstraf, niet voldoende. De rechtbank vindt de straf van 8 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest passend.