Marije Knijff, rechter bij de octrooikamer van de rechtbank Den Haag, heeft geen doorsnee werkkamer. Waar andere rechters zich over decimeters dikke papierstapels of digitale dossiers buigen, lijkt haar kantoor meer op een kledingkast. Hier liggen spijkerbroeken, daar sneakers en uit een fluweelrode zak tovert ze een pump vol zilveren glitters van het beroemde merk Louboutin tevoorschijn. ‘Het is jammer dat ze altijd maar 1 schoen sturen, in maat 36; die pas ik niet.’
Bij de Haagse octrooikamer - officieel de sectie intellectuele eigendom - zijn dossiers vaak aangevuld met spullen. ‘Deze glitterschoen hoort bij een zaak van Louboutin tegen Van Haren’, zegt rechter Knijff. ‘Van Haren verkocht pumps met een rode zool, een kenmerk van Louboutin schoenen. Wij moesten beoordelen of Van Haren inbreuk had gemaakt op het merkrecht van Louboutin.’