Laden...

Marlies James

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechters > Bijzondere rechters > Marlies James

Drugshandel, rondtrekkende roversbendes, uitbuiting van mensen, liquidaties – veel misdrijven hebben een internationaal karakter. Dan is het voor de vervolging van verdachten nogal eens nodig om de hulp van andere landen in te roepen. Marlies James is voorzitter van de Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van de rechtbank Amsterdam. Strafrechters oordelen daar – naast hun reguliere werk – zo’n 20 tot 30 keer per week over het overleveren van verdachten of veroordeelden aan een andere lidstaat van de Europese Unie.


Overlevering

Voor de uitlevering van verdachten of veroordeelden (die worden opgeëist om elders berecht te worden of hun straf uit te zitten) moet de minister van Justitie toestemming geven. De procedure duurt vaak erg lang. De Europese Unie bedacht begin deze eeuw dat dat vlotter moest kunnen als landen elkaar goed kennen. Dat leidde tot een speciale Europese variant van uitlevering: overlevering. ‘Daar komt geen minister bij kijken, het loopt rechtstreeks via rechters en is helemaal gebaseerd op vertrouwen’, zegt Marlies James. ‘Daardoor gaat het veel sneller en hoeven mensen niet lang in detentie te wachten op wat er komen gaat.’

Marlies James 
 


 

Korte lijntjes

Uitleveringsverzoeken komen bij alle rechtbanken voor, maar voor overlevering is alleen de Amsterdamse IRK bevoegd. Daarvoor gelden speciale regels en zijn korte lijntjes tussen rechters in verschillende landen erg handig. Een verzoek moet binnen 60 dagen worden beoordeeld, met hooguit een verlenging van 30 dagen. De IRK-rechters beschikken niet over het buitenlandse strafdossier, ze krijgen alleen een formulier waarop staat waar de opgeëiste persoon van wordt verdacht of voor is veroordeeld. Vindt James dat niet frustrerend, gewend als ze is om in strafzaken alle feiten en omstandigheden mee te wegen? ‘Nee hoor’, zegt ze. ‘Wederzijds vertrouwen is de basis; we gaan ervan uit dat andere Europese lidstaten strafzaken net zo zorgvuldig behandelen als wij. Er staat genoeg informatie op het formulier en als we nog vragen hebben, kunnen we altijd contact opnemen met de rechter in het verzoekende land.’

Plofkraken

De meeste verzoeken komen uit Duitsland, België en Polen. ‘Polen is wettelijk verplicht verdachten te vervolgen, daarom vraagt dat land relatief vaak om overlevering. En bij onze buurlanden speelt grensoverschrijdende criminaliteit een grote rol. Recent was er nog een flink aantal plofkraken in Duitsland. Meerdere Nederlanders werden verdacht van betrokkenheid. Zij zijn wel overgeleverd, maar met een terugkeergarantie. Dat houdt in dat zij na een veroordeling hun gevangenisstraf in Nederland mogen uitzitten, waar ze hun hele leven hebben opgebouwd. Dat is ook beter voor de terugkeer in de samenleving na afloop van de straf. Dit geldt trouwens ook voor bijvoorbeeld een Pool die hier allang is. De voorwaarde is dat iemand 5 jaar aaneengesloten rechtmatig in ons land woont.’

Schrijnend

Er zijn soms schrijnende gevallen, vertelt de rechter. ‘Bijvoorbeeld als kinderen van een verdachte met een andere nationaliteit in de zaal zitten en onze uitspraak is dat hun vader inderdaad wordt overgeleverd. Dan moeten ze afscheid nemen, want vader gaat meteen in detentie en vertrekt binnen 10 dagen naar het buitenland, misschien voor vele jaren. Heel naar, maar als er geen reden is om te weigeren, dan wordt de overlevering toegestaan. De wet kent een aantal vastomlijnde weigeringsgronden, bijvoorbeeld dat niet duidelijk is waarvan iemand precies wordt verdacht of dat schending van mensenrechten dreigt. Verschillende landen hebben gevangenissen waar veel mensen bij elkaar in te kleine cellen zitten, dat houden wij scherp in de gaten. We kunnen dan de garantie vragen dat een verdachte daar niet terechtkomt.’

Bijzondere kamer

Hoger beroep of cassatie is niet mogelijk tegen een uitspraak van de IRK. ‘Wij zijn niet alleen feitenrechter, maar ook een soort Hoge Raad als het om overlevering gaat. We stellen regelmatig prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Daarmee zoekt de rechtbank niet alleen een oplossing voor de concrete zaak, maar dragen we ook bij aan de rechtsvorming. Want de uitspraken van het Hof van Justitie gelden voor alle EU-rechters.’ James vindt het heel boeiend werk. ‘We kunnen ons minder verdiepen in de menselijke aspecten dan in gewone strafzaken, maar we zien wel mensen uit heel Europa op de zitting, krijgen inzicht in hoe het in andere landen werkt en we dragen bij aan Europese samenwerking. Dat maakt deze kamer heel bijzonder.’