Laden...

Martijn van Wees

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechters > Bijzondere rechters > Martijn van Wees

‘Beslissen zonder risico bestaat niet in de tbs’

Als iemand met tbs van de rechter hoort dat hij niet vrijkomt maar langer in de kliniek moet blijven, kan hij in hoger beroep gaan bij de penitentiaire kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Die beoordeelt hoe gevaarlijk zo iemand nog is. ‘Wij kijken naar het belang van de tbs’er en van de samenleving’, zegt voorzitter Martijn van Wees. ‘De kans op herhaling moet zo laag mogelijk zijn, dat staat bij ons voorop. Maar helemaal risicovrij beslissen kan niet. Je hebt geen garantie dat het nooit meer mis zal gaan.’

De rechter kan tbs opleggen als iemand tijdens het plegen van een ernstig misdrijf leed aan een stoornis, die behandeld moet worden om de samenleving te beschermen. Het kan om bijvoorbeeld een persoonlijkheidsstoornis gaan, een ziekte als schizofrenie of een bipolaire stoornis, pedofilie, een verstandelijke beperking of autisme. Na 2 jaar moet de rechter de maatregel beëindigen of verlengen. In hoger beroep oordelen 3 rechters, een psycholoog en een psychiater daarover. ‘Wij bekijken hoe gevaarlijk iemand nog is en wat er nodig is om dat gevaar te beteugelen’, zegt Van Wees.

Martijn van Wees Martijn van Wees

Jongeren

Ook jongeren met een PIJ-maatregel – die lijkt op de tbs – en veelplegers kunnen verlenging van hun opsluiting aanvechten, maar van de ongeveer 350 zaken per jaar gaat driekwart over tbs.

Zo’n 20 procent van de uitspraken is anders dan die van de rechtbank. ‘Dat kan in het voordeel, maar ook in het nadeel van de tbs’er zijn. Bijvoorbeeld als de rechtbank de tbs met een jaar heeft verlengd en wij beslissen dat twee jaar beter is.’


Lastige inschatting

Het wordt moeilijk als stoppen met de tbs aan de orde is, zegt Van Wees. ‘Als het goed gaat en de behandeling aanslaat, krijgen mensen steeds iets meer vrijheid. Dat gaat met kleine stapjes en veel begeleiding. Maar uiteindelijk komt de beëindiging een keer op tafel en moeten we een lastige inschatting maken. Het kan zijn dat iemand enorm is opgeknapt door medicijnen. Die worden binnen de kliniek met vaste regelmaat toegediend, maar zal hij ze blijven gebruiken als we hem vrijlaten? En bij iemand die gewelddadig was in relaties kan je toch moeilijk wachten tot hij weer een vriendin krijgt om te kijken of het nu wél goed gaat.’ De kamer gebruikt een risicotaxatie-instrument, een soort scorelijst, maar daar komt alleen uit in welke risicogroep iemand valt. ‘Daarna moet je het toespitsen op de persoon: zijn verleden, stoornis, netwerk enzovoort. Dat blijft mensenwerk.’

 


Ernstig incident

Hij heeft wel eens meegemaakt dat het misging. ‘Een man zat al lang in de tbs, er zat geen schot in. Dan wordt een zorgconferentie georganiseerd met de behandelaars, experts, het ministerie en de tbs’er met zijn advocaat: kan deze man beter worden overgeplaatst of worden geresocialiseerd? De zorgconferentie adviseerde dat laatste. Wij hebben dat nog laten onderzoeken door onafhankelijke deskundigen en hem voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Later is hij weer ingesloten: hij had in zijn nieuwe relatie weer geweld gebruikt.’

Het kan ook heel goed gaan. Van Wees vertelt over een student die met een psychose werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. ‘Daar heeft hij iemand om het leven gebracht – hij dacht dat het de duivel was – en geprobeerd ook een ander te doden. Hij kreeg tbs met voorwaarden (dan word je niet gedwongen opgenomen zolang je je aan behandelvoorschriften houdt, red.), werd opgenomen en ingesteld op medicijnen. Dat ging heel goed. Na twee jaar kon hij uit de tbs. Hij werkt, studeert, heeft een woning en veel steun van zijn familie.


Ziekte-inzicht

De helft van de tbs’ers staat na acht jaar weer buiten, maar er zijn ook mensen van 60 of 70 die nog steeds vastzitten. Vaak is dan de stoornis zelf een belangrijk beletsel voor het slagen van de behandeling: ‘Als iemand niet inziet dat hij ziek is en dus medicijnen moet slikken, kan het lang duren. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis die een afkeer van autoriteit hebben, laten zich ook niet snel behandelen. Toch is tbs veel beter dan iemand met een stoornis lang naar de gevangenis sturen. De problematiek is vaak zo groot, je móet iets doen om het herhalingsrisico te verminderen.’