Laden...

Noortje Koene

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechters > Bijzondere rechters > Noortje Koene

Noortje Koene is rechter bij de Internationale Rechtshulpkamer in Amsterdam, die beslist over overlevering van verdachten en veroordeelden aan andere Europese landen. Samen met haar collega’s neemt ze ingrijpende beslissingen op basis van een formulier. Aflevering 7 van een serie over bijzondere kamers in ons rechtsstelsel, belast met specialistische onderwerpen. Wie werken daar en wat houdt hen bezig?

 

Wat is overlevering?

“Een vereenvoudigde vorm van uitlevering, waarbij de minister mensen overdraagt aan een andere staat die hen verdenkt van een misdrijf. Dat zijn vaak langslepende procedures. Lidstaten van de Europese Unie moeten dat onderling sneller kunnen, is tien jaar geleden afgesproken. Nederland heeft toen de Internationale Rechtshulpkamer (IRK) opgericht, als apart onderdeel van het Amsterdamse strafrechtteam. Acht rechters behandelen ongeveer zestien overleveringszaken per week, in de meervoudige kamer. Daarnaast doen we reguliere strafzaken.”

       

 

Hoe verlopen die overleveringszaken?

“Als België bijvoorbeeld iemand zoekt die in Nederland wordt aangehouden, sturen de autoriteiten een Europees aanhoudingsbevel aan het Openbaar Ministerie. Wij horen op de zitting de verdachte en toetsen het aanhoudingsbevel aan de Overleveringswet. Die stelt bepaalde eisen, bijvoorbeeld dat de verdachte minimaal een jaar gevangenisstraf zou kunnen krijgen, zowel bij ons als in het vragende land. Is aan alle eisen voldaan, dan wordt de verdachte binnen 10 dagen overgeleverd. Hoger beroep of cassatie instellen is niet mogelijk.”

       

 

Hoe controleert u of de beschuldiging klopt?

“Dat is wel moeilijk aan deze zaken: wij hebben geen inzage in het strafdossier en geen zicht op wat er na de overlevering gebeurt. Het systeem is gebaseerd op onderling vertrouwen dat de Europese landen zich aan de regels houden. Dat vind ik goed, want het voorkomt onnodig lange detentie en onzekerheid voor mensen om wier uitlevering is gevraagd. Maar voor rechters, die gewend zijn feiten en omstandigheden te onderzoeken, is oordelen op basis van een werkelijkheid op afstand wel eens lastig. Een enkele keer hoor je achteraf dat het vragende land de verdachte toch niet heeft veroordeeld. Zelf heb ik meegemaakt dat een vrouw naar Italië moest voor het uitzitten van een daar opgelegde straf, maar na 2 weken door de rechter werd vrijgelaten. Intussen waren haar kinderen elders geplaatst en had ze geen woning meer. De gevolgen van overlevering kunnen schrijnend zijn.”

       

 

Kunt u weigeren mensen over te leveren?

“Jazeker, er is een aantal vastomlijnde weigeringsgronden. De rol van de verdachte moet bijvoorbeeld duidelijk omschreven zijn. Om die reden hebben we geweigerd de eigenaar van een Nederlands expeditiebedrijf uit te leveren. Iemand anders was in Spanje betrapt met hasj in een bij hem gehuurde container. De reden om de eigenaar van betrokkenheid te verdenken, was onvoldoende onderbouwd.

Voor Nederlandse verdachten – ongeveer tien procent – moet bovendien de garantie worden afgegeven dat ze hun straf hier kunnen uitzetten. Anders wordt er niet overgeleverd. Dat geldt ook voor wie op de zitting kan aantonen dat hij onschuldig is of dat zijn mensenrechten in gevaar komen.”

       

 

Wat boeit u in dit werk?

“Het internationale aspect. Ik praat in de rechtszaal dagelijks met mensen uit alle windstreken, dat is erg interessant. Daarnaast krijg ik de kans te zien hoe Europees beleid in de praktijk werkt. Daar zit ik letterlijk met mijn neus bovenop - heel bijzonder.”