‘Eigenlijk wilde ik kapster worden, maar dat was zonde volgens mijn vader. “Je doet vwo, je kan studeren, dan moet je dat doen.” Oriënteren vanaf Curaçao - waar ik ben opgegroeid - was lastig, maar het werd rechten in Amsterdam. Tijdens mijn studie kreeg ik college van een lid van de Hoge Raad die heel inspirerend kon vertellen over het vak. Toen de colleges afgerond waren, nodigde hij alle studenten uit voor een strandwandeling omdat hij ons “nog veel meer” te vertellen had. Hij had die dag ook met iedereen een 1-op-1 gesprek. Hij vertelde mij toen dat hij mij wel zag werken bij de Rechtspraak. Door hem en door zijn colleges kreeg ik steeds sterker het gevoel dat dat inderdaad de richting was die ik uit moest gaan. Toen ik later rechter was, heb ik contact met hem opgenomen. Hij kon het zich nog allemaal herinneren. Echt een fantastische docent.
Dat wens ik iedereen toe, iemand die je inspireert en het vertrouwen geeft om de stappen te zetten die je graag wilt zetten. Dat vertrouwen was voor mij, met een niet-westerse achtergrond, erg belangrijk. Ik had ideeën over de Rechtspraak die later helemaal niet bleken te kloppen. Dus als je deze kant op wilt, laat je niet afschrikken door stereotypen. Ga naar een open dag, spreek een rechter, ga op onderzoek uit.’