‘Ik was vreemdelingenrechter en de zaak betrof een Turkse minister die naar Rotterdam was gekomen. Zij zou daar spreken op een campagnebijeenkomst in aanloop naar een Turks referendum over de uitbreiding van de presidentiële bevoegdheden van Erdoğan. Haar komst zorgde voor diplomatieke spanningen tussen Nederland en Turkije en leidde zelfs tot rellen in Rotterdam. Daarop weigerde de politie haar de toegang en moest ze via de snelste route terug naar Duitsland. De minister stapte vervolgens naar de Nederlandse rechter.
De zitting was enige tijd na het voorval, maar vanwege de veiligheid vond die toch plaats in de beveiligde rechtbank op Schiphol. Uiteindelijk hebben we de zaak in alle rust kunnen behandelen. De minister zelf was overigens in Turkije gebleven. Mede daardoor hebben we besloten dat we geen inhoudelijk oordeel konden geven of haar de toegang tot Nederland had mogen worden geweigerd. Het doel waarvoor zij kwam, het Turkse referendum, was ten slotte al voorbij.’