Laden...

Raadsheer Tatjana Pavićević

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechters > Rechters over hun vak > Raadsheer Tatjana Pavićević

Bijna 2.700 rechters buigen zich dagelijks over misdrijven, echtscheidingen, zakelijke conflicten, burenruzies, omstreden overheidsbesluiten en nog veel meer. Wie zijn zij, wat maken ze mee en hoe zien ze hun taak? Vandaag: Tatjana Pavićević, raadsheer bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de hoogste rechter op het gebied van het economisch bestuursrecht.

rechter Jan van der Kluit  

Het CBb is een gespecialiseerde economische en Europeesrechtelijke bestuursrechter. Dat klinkt als droge kost, totdat je rechter Pavićević erover hoort vertellen. ‘Mijn rechtsgebied is heel breed’, zegt ze. ‘De ene dag behandel ik een zaak waar alleen advocaten op afkomen, zoals een conflict tussen energiebedrijven en de Autoriteit Commerciële Markten over tarieven. De volgende dag zie ik een boer die vindt dat het ministerie van Economische Zaken hem te weinig Europese landbouwsubsidie toekent en een ondernemer die zijn coronasteun niet terugbetaalt. En een week later een oude vrouw die 40 katten terug wil die uit haar vervuilde woning zijn gehaald. Die afwisseling van grote complexe zaken en kleinere, waarin je het gesprek aangaat met mensen, zou ik niet willen missen.’


Welke zaak zal je nooit vergeten?

‘Toen ik nog bij de rechtbank Midden-Nederland werkte, kreeg ik een vrouw voor me die tegen de gemeente procedeerde omdat ze een bepaalde voorziening niet kreeg. ‘Mevrouw moet psychische hulp zoeken’, las ik in het verweerschrift van de gemeente. Kennelijk belde ze heel vaak en zag ze dingen die er niet waren. Ik praatte twintig minuten met haar en dacht: wat een onzin, ik zie niets raars. Toen de zitting bijna voorbij was, vroeg ik of ze nog iets over de zaak wilde zeggen. “Nou dat niet”, zei ze. “Maar vannacht waren die ufo’s er weer.” Vanaf dat moment was ze niet meer te stuiten. Ik heb maar een beetje meegepraat en vaak begripvol geknikt om de zitting af te kunnen ronden. Maar als ik die vraag niet had gesteld, had ik een heel ander beeld van de zaak gehad. Uiteindelijk ben je als rechter helemaal afhankelijk van wat je ziet, leest en hoort.’ 

‘Een CBb-zaak die me bijblijft, ging over een veehouder die controleurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over de vloer kreeg. Daar was hij blijkbaar niet van gediend, want hij liet expres een stier los in de stal waar de controleurs liepen. Zij konden daardoor hun werk niet doen; te gevaarlijk. Toen ik dat op de zitting met hem besprak, ontkende hij stellig dat er gevaar was geweest. Hij had niets verkeerd gedaan, vond hij. Zo’n houding zien we regelmatig in dierenzaken. Mensen die hun dieren heel erg verwaarlozen, hebben zelf vaak het idee dat zij ze prima verzorgen.’


Wat is het mooiste aan rechtspreken?

‘Dat je een einde kunt maken aan een conflict zodat mensen het kunnen afsluiten, of ze nou gelijk krijgen of niet. Zeker bij het CBb, waar je de eindrechter bent. Het is heel belangrijk voor mensen dat zij alles kunnen zeggen en dat je dat meeweegt in de beslissing. Maar je ontkomt er niet aan dat je soms iemand teleur moet stellen. Bijvoorbeeld een stel dat in 2019 zonnepanelen liet plaatsen en ook dubbele beglazing bestelde. Daar konden ze één energiesubsidie voor krijgen. Maar de ramen moesten wachten want er was in die tijd geen aannemer te krijgen. Daardoor konden ze ook de subsidie voor de panelen nog niet aanvragen. Toen het werk eindelijk gedaan was, was het 2020 en golden er andere eisen, waardoor ze geen recht meer hadden op subsidie. Dat vonden ze zó onrechtvaardig. Ik kon me dat goed voorstellen, maar er was niets aan te doen.’


Waarom ben je ooit rechter geworden?

‘Ik ben eerst acht jaar advocaat geweest, ook in het bestuursrecht. De verhouding burger-bedrijf-overheid heeft altijd mijn belangstelling gehad en als je ergens meer vanaf weet, wordt het steeds leuker. Maar de advocatuur ging me een beetje tegenstaan. Wie betaalt, bepaalt. Dus als het management van een bedrijf iets wilde, moest ik het maar zo opschrijven dat het juridisch door de beugel kon. Verder moest ik per zes minuten bijhouden wat ik had gedaan. Op een gegeven moment kreeg ik genoeg van dat tijdschrijven. Toen ik mijn derde kind verwachtte, was ik toe aan meer regelmaat en stapte ik over naar de rechterlijke macht. Nu heb ik het ook erg druk, maar ik word niet zo geleefd en kan in mijn uitspraken juridische geschillen oplossen zoals ik zelf denk dat het goed is. Dat is zoveel fijner!’