Niet alle zaken lenen zich voor het snel- of supersnelrecht. Het moet in ieder geval gaan om ‘bewijstechnisch’ eenvoudige zaken, bijvoorbeeld waarbij een verdachte op heterdaad is betrapt of het strafbare feit bekent.
Alleen eenvoudige zaken, waarbij geen verder onderzoek nodig lijkt, kunnen op een supersnelrechtzitting behandeld worden. Hoe sneller je een zaak voor de rechter brengt, hoe korter de politie de tijd heeft om te onderzoeken wat er precies is gebeurd. Daarom zijn alleen zaken die bewijstechnisch relatief eenvoudig zijn geschikt voor supersnelrecht. Zaken die niet geschikt zijn kunnen voor de reguliere rechter worden gebracht. Een zaak wordt alleen behandeld in het supersnelrecht als de verdediging akkoord is.