Voor de berekening van kinderalimentatie als bedoeld in hoofdstuk 4.3 van
het rapport alimentatienormen
(pdf, 1,3 MB).
€ 0 | € 1.815 | | | | | 25/50 |
€ 1.815 | € 1.865 | € 100 | € 545 | € 1.220 | € 1.765
| € 51 |
€ 1.865 | € 1.915 | € 90 | € 560 | € 1.220 | € 1.780 | € 77 |
€ 1.915 | € 1.965 | € 80 | € 575 | € 1.220 | € 1.795 | € 96 |
€ 1.965 | € 2.015 | € 70 | € 590 | € 1.220 | € 1.810 | € 109 |
€ 2.015 | € 2.065 | € 70 | € 605 | € 1.245 | € 1.850 | € 116 |
€ 2.065 | | € 70 | € 620 | € 1.270 | € 1.890 | € 123 |
Bij de laagste netto besteedbare inkomens is geen sprake van een vast, maar van een toenemend percentage vrije ruimte. Om draagkrachtverschillen rond de grens van de schijven van het NBI te vermijden, worden tot een NBI van € 2.065 vaste tabelbedragen aanbevolen. Het woonbudget is berekend op basis van het laagste NBI in de betreffende schijf. Tot een NBI van € 2.065 is de aanbevolen draagkracht volgens de tabel daarom het afgeronde bedrag in de laatste kolom. Indien er sprake is van extra lasten als bedoeld in hoofdstuk 4.6 van het rapport, wordt – in plaats van de vaste tabelbedragen – de draagkrachtformule voor dat betreffende inkomenssegment gebruikt. Bij besteedbare inkomens vanaf € 2.065 is sprake van een vast percentage vrije ruimte. Dan geldt de formule:
Draagkracht = 70% van [NBI -(0,3 x NBI + 1.270)]
Tenzij sprake is van bijzondere lasten, zie hoofdstuk 4.6 van
het rapport alimentatienormen
(pdf, 1,3 MB)