Laden...

6 maanden gevangenisstraf en 2 jaar rijontzegging voor dodelijke aanrijding

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > 6 maanden gevangenisstraf en 2 jaar rijontzegging voor dodelijke aanrijding
Amsterdam, 13 december 2022

Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag een 31-jarige man in hoger beroep veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf en 2 jaar rijontzegging voor een dodelijke aanrijding met een 15-jarige fietsster. De Porsche van de verdachte is verbeurd verklaard. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste 8 maanden gevangenisstraf en 3 jaar rijontzegging; de rechtbank legde eerder een gevangenisstraf van 5 maanden op en een rijontzegging van 30 maanden, waarvan 12 voorwaardelijk. 

Hard gereden door Heerhugowaard


De verdachte reed met twee vrienden vanaf een bedrijventerrein naar huis. Getuigen viel op dat ze veel harder reden dan de toegestane 50 kilometer per uur. Op een deel van de Westtangent is aan de hand van camerabeelden gemeten dat de groep van 3 auto’s minimaal 112 kilometer per uur reed. Vervolgens remde de verdachte af, op de beelden zijn remlichten zichtbaar, maar daarna zegt hij gas te hebben bijgegeven toen het stoplicht voor hem op groen sprong. 

Aanrijding met vijftienjarig meisje


Een 15-jarig meisje dat op de fiets van de kermis op weg naar huis was, stak de Westtangent over en de Porsche van de verdachte raakte haar. Zij kwam 46 meter verderop neer en overleed ter plaatse. Aan de hand van berekeningen van deskundigen en simulaties is het meest waarschijnlijk dat de verdachte op het moment van de botsing een snelheid had van 88 kilometer per uur. 

Mate van schuld


Het OM ging in hoger beroep tegen de hoogte van de straf, omdat het ervan uitgaat dat het telefoongebruik van de verdachte voorafgaand aan de aanrijding een rol speelde bij het ongeluk. Daarvoor ziet het hof onvoldoende bewijs: de laatste keer dat hij zijn telefoon gebruikte was een paar honderd meter voor de kruising waar de aanrijding plaatsvond. Het hof weegt wel mee dat uit het rijgedrag en het telefoongebruik van de verdachte kort voor het ongeluk blijkt dat hij bezig was met andere dingen en dus was afgeleid. De verdachte vond de opgelegde straf te hoog en vroeg om een werkstraf. Ook daarin ging het hof niet mee. Door zich op deze manier door het verkeer te bewegen en de kruising veel te snel te benaderen, reed de verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend. De opgelegde straf is in lijn met straffen die in soortgelijke zaken bij een dergelijke mate van onvoorzichtig rijgedrag worden opgelegd. 

Uitspraken