Laden...

De Ondernemingskamer gelast een onderzoek bij DeSeizoenen B.V.

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > De Ondernemingskamer gelast een onderzoek bij DeSeizoenen B.V.
Amsterdam, 30 april 2018

Vandaag heeft de Ondernemingskamer bij beschikking een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van DeSeizoenen B.V. (verder: DeSeizoenen) over de periode vanaf 10 januari 2012 tot 15 maart 2016. De centrale Cliëntenraad van DeSeizoenen had om een dergelijk onderzoek verzocht.

Twijfel

Volgens de Ondernemingskamer zijn er gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van DeSeizoenen in genoemde periode, een zorginstelling voor verstandelijke gehandicaptenzorg voor volwassenen met zes vestigingen op verschillende locaties in Oost- en Zuid-Nederland.

Verwevenheid van functies en belangen

DeSeizoenen is eind 2011 opgericht om een deel van de zorgonderneming van de failliete Stichting Zonnehuizen over te nemen. Een deel van het vastgoed dat Stichting Zonnehuizen in eigendom had is eerst door de curator en de banken aan DeSeizoenen ter beschikking gesteld en in maart 2016 verworven door Vastgoed DeSeizoenen B.V., een zustervennootschap van DeSeizoenen. Bij de lening-overeenkomst en de huurovereenkomsten die DeSeizoenen heeft gesloten om deze constructie mogelijk te maken was sprake van een verwevenheid van functies en belangen van bestuurders en commissarissen van DeSeizoenen enerzijds en de (indirecte) aandeelhouders van Vastgoed DeSeizoenen anderzijds. In dat verband is de vraag gerezen of de besluitvorming met betrekking tot het faciliteren van de constructie binnen DeSeizoenen voldoende zorgvuldig en onafhankelijk is geweest.

Publieke middelen

De centrale Cliëntenraad had ook zijn zorg uitgesproken dat er publieke middelen die bestemd zijn voor de zorg binnen DeSeizoenen thans via huur- en dienstenovereenkomsten wegvloeien naar zustervennootschappen, waarvoor, anders dan voor DeSeizoenen, geen verbod op winstuitkering geldt. Met betrekking tot de huidige situatie heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat hiervan sprake is.

Uitspraak

Uitspraken