Het hof tilt zwaar aan het onterechte vuurwapengebruik. Daarbij speelt vooral
een rol dat de verdachte minderjarig was en dat de aanwezige informatie over
deze aanhouding pas in zo’n laat stadium beschikbaar is gesteld. Het openbaar
ministerie dient in alle zaken, maar zeker die van minderjarigen, uiterst
transparant inzicht te geven in de onderzoeksresultaten. Dat geldt voor de
resultaten die voor een verdachte belastend zijn maar ook voor de ontlastende
informatie.
Als het openbaar ministerie beschikt over informatie, moet deze
ook aan de verdediging en de rechters worden verstrekt op een moment dat dit nog
zinvol is om bepaalde beslissingen te nemen.
Volgens het hof is sprake van een onherstelbaar vormverzuim, omdat dit niet
is gebeurd. In het algemeen leidt zo’n verzuim tot strafvermindering of
uitsluiting van bewijs. Het hof vindt dat de verdediging op zo grove wijze is
geschaad en dat de enige passende reactie is het openbaar ministerie
niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. Daarmee eindigt wat het hof
betreft de strafvervolging van deze verdachte.
De rechtbank had de verdachte eerder tot 5 maanden jeugddetentie veroordeeld.