Laden...

Klein deel van het beslag in mondkapjeszaak wordt opgeheven

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > Klein deel van het beslag in mondkapjeszaak wordt opgeheven
Amsterdam, 07 november 2025

Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag beslist dat het beslag dat de Stichting Hulptroepen Alliantie (SHA) en Hulptroepen Alliantie B.V. (HA) hebben gelegd ten laste van één van de voormalig bestuurders en zijn Holding tot een bedrag van 100.000 euro moet worden opgeheven. 

Het verzoek, het kortgedingvonnis en het hoger beroep

De voormalig bestuurder en zijn Holding vorderen opheffing van het beslag tot een bedrag van  150.000 euro zodat zij hun proceskosten in hoger beroep kunnen betalen. Het gaat om kosten van het hoger beroep tegen een vonnis van februari 2025 waarbij zij met een aantal anderen zijn veroordeeld tot betaling van een voorschot van ruim 20 miljoen euro aan SHA en HA in verband met de zogenoemde ‘mondkapjesdeal’. SHA en HA hebben beslag gelegd, dat voor een bedrag van in totaal ruim 16,5 miljoen euro doel heeft getroffen. Het aandeel daarin van de voormalig bestuurder en zijn Holding is ruim 5,7 miljoen euro. Van dat beslag (onder meer op een Zwitserse bankrekening) willen zij gedeeltelijke opheffing.
De voorzieningenrechter wees de vordering begin oktober 2025 toe. SHA en HA stelden daartegen hoger beroep in, dat het hof met spoed behandelde. 

Het oordeel van het hof

Omdat de voormalig bestuurder en zijn Holding bij het vonnis van februari 2025 zijn veroordeeld tot betaling aan SHA en HA mogen SHA en HA beslag leggen op hun bezittingen.  Het hof oordeelt dat SHA en HA misbruik maken van die  bevoegdheid door niet mee te werken aan gedeeltelijke opheffing van het beslag. Het hof acht het aannemelijk dat de voormalig bestuurder en zijn Holding ongeveer 100.000 euro (inclusief btw) aan kosten voor rechtsbijstand zullen moeten maken voor het hoger beroep. Zij hebben groot belang bij rechtsbijstand in hoger beroep en het is aannemelijk dat er, onder meer door de gelegde beslagen, geen andere manier is om dat bedrag te financieren. De belangen van SHA en HA bij volledige handhaving van het beslag wegen minder zwaar. Het hof weegt mee dat de vordering van SHA en HA een voorschot is op nog niet definitief vastgestelde schade. Deze vordering wordt niet verminderd door deze opheffing van het beslag. SHA en HA worden daardoor alleen beperkt in hun verhaal dat zij al voor een aanzienlijk bedrag zeker hebben gesteld met het beslag. Afgezet tegen het in beslaggenomen bedrag van ruim 16,5 miljoen euro is de beperking van verhaal als gevolg van de bevolen opheffing voor 100.000 euro gering. Op dit moment is volledige uitwinning van het beslag hoe dan ook niet mogelijk omdat er ook strafvorderlijk beslag ligt. Uitzondering daarop is een bedrag van 150.000 euro voor de advocatenkosten in het hoger beroep van de voormalig bestuurder en zijn Holding. Voor dat bedrag had de strafrechter dat strafvorderlijk beslag al eerder opgeheven.

Vervolg

Tegen deze beslissing kunnen partijen in cassatie bij de Hoge Raad. Het hoger beroep in de civiele zaak over de mondkapjesdeal behandelt het gerechtshof Amsterdam inhoudelijk vermoedelijk op een zitting in de eerste helft van 2027.

Uitspraken