Laden...

Nederlandse dochtervennootschap Amerikaans bankenconcern mag dividendbelasting niet verrekenen met vennootschapsbelasting

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > Nederlandse dochtervennootschap Amerikaans bankenconcern mag dividendbelasting niet verrekenen met vennootschapsbelasting
Amsterdam, 13 mei 2020

Op 12 mei 2020 deed de belastingkamer van het gerechtshof Amsterdam uitspraak in een zaak over verrekening van dividendbelasting. Het gaat om een Nederlandse dochtervennootschap van een grote financiële instelling, waarvan de moedervennootschap in de Verenigde Staten gevestigd is. Het hof oordeelde dat de dochtervennootschap geen recht heeft op verrekening van geheven dividendbelasting.

Stockloans

De Nederlandse vennootschap stelde onder meer dat zij in de periode van 2006 tot 2010 pakketten AEX-aandelen met een totale waarde van ongeveer € 7 miljard heeft gekocht en dat zij deze AEX-aandelen heeft uitgeleend aan een concernvennootschap in het Verenigd Koninkrijk (VK).
Deze vennootschap zou deze lening telkens aflossen voordat er dividend wordt uitgekeerd. Dit opdat dan de aandelen waarop dividend wordt uitgekeerd (juridisch) in eigendom zijn van de Nederlandse vennootschap en deze vennootschap de door haar verschuldigde vennootschapsbelasting kan verminderen met de op het dividend ingehouden dividendbelasting. Kort na de uitkering van dividend worden de aandelen waarop dividend is uitgekeerd (of daarmee vergelijkbare aandelen) weer opnieuw aan de vennootschap in het VK uitgeleend. Dit ‘telkens aflossen’ herhaalt zich gedurende een reeks van jaren.

Geen verrekening dividendbelasting

Het hof oordeelde dat verrekening van dividendbelasting in dit geval niet is toegestaan. Volgens het hof is de dochtervennootschap op het moment dat de dividenden worden uitgekeerd niet de juridische eigenaar van de aandelen geworden. Tevens is de dochtervennootschap niet te beschouwen als de ‘uiteindelijk gerechtigde’ tot de dividenden, zoals de wettelijke regeling luidt.

Informatiebeschikking inspecteur terecht genomen

Gelijktijdig deed het hof uitspraak over de door de inspecteur voor latere jaren ten aanzien van de dochtervennootschap genomen informatiebeschikking. De inspecteur nam de informatiebeschikking om te kunnen beoordelen of de dochtervennootschap, zoals zij heeft gesteld, recht heeft op verrekening van dividendbelasting. Het hof acht de informatiebeschikking terecht genomen, omdat de dochtervennootschap niet aan de administratieplicht en de bewaarplicht voldeed.

Uitspraak rechtbank vernietigd

Met deze beslissingen vernietigt het hof de uitspraken van de rechtbank Noord-Holland van 26 april 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:3408, waartegen de belastinginspecteur in hoger beroep was gegaan.

Uitspraken