Gelijktijdig deed het hof uitspraak over de door de inspecteur voor latere jaren ten aanzien van de dochtervennootschap genomen informatiebeschikking. De inspecteur nam de informatiebeschikking om te kunnen beoordelen of de dochtervennootschap, zoals zij heeft gesteld, recht heeft op verrekening van dividendbelasting. Het hof acht de informatiebeschikking terecht genomen, omdat de dochtervennootschap niet aan de administratieplicht en de bewaarplicht voldeed.