Laden...

Schadeloosstelling effecten en vermogensbestandsdelen SNS

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > Schadeloosstelling effecten en vermogensbestandsdelen SNS
Amsterdam, 11 februari 2021


De schadeloosstelling voor de onteigende effecten en andere vermogensbestanddelen van SNS Reaal en SNS Bank is vastgesteld op in totaal € 804.810.000. De Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist.
Op 1 februari 2013 zijn SNS Reaal en SNS Bank genationaliseerd, nadat zij in problemen kwamen door ontwikkelingen bij dochtervennootschap Property Finance.

Schadeloosstelling

De Minister van Financiën had een schadeloosstelling aangeboden van nul. In de loop van de procedure heeft de Minister betoogt dat de schadeloosstelling niet meer dan € 300 miljoen kan zijn. De Ondernemingskamer stelt nu de schadeloosstelling voor de onteigende effecten en andere vermogensbestanddelen van SNS Bank en SNS Reaal per 1 februari 2013 vast op in totaal € 804.810.000. De door de Ondernemingskamer vastgestelde schadeloosstelling wordt nog verhoogd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2013 tot aan de datum van de betaling.

De Ondernemingskamer heeft beslist dat de houders van achtergestelde obligaties een groot deel van hun vordering ontvangen. De aandelen SNS Reaal vertegenwoordigen geen waarde en de onteigende aandeelhouders ontvangen dus geen vergoeding. De waarde van de onteigende effecten en vermogensbestanddelen van SNS Bank en SNS Reaal per 1 februari 2013 is als volgt vastgesteld:

Effecten, uitgegeven door of met medewerking van SNS Reaal, onderscheidenlijk SNS Bank, onteigend ten name van de Staat:

gewone aandelen SNS Reaal;                                  € 0
aandelen B SNS Reaal;                                           € 0
Stichting Beheer SNS Reaal Core Tier 1 securities;    € 0
6.258% achtergestelde obligaties SNS Reaal;           € 168.900.000
8.45% achtergestelde obligaties SNS Reaal;             € 50.100.000
11.25% achtergestelde obligaties SNS Bank;            € 244.900.000
5.75% achtergestelde obligaties SNS Bank;              € 8.500.000
6.25% achtergestelde obligaties SNS Bank;              € 204.400.000
6.625% achtergestelde obligaties SNS Bank;            € 29.000.000
SNS Participatie Certificaten 3;                                € 51.000.000
€ 5 million 4% Floating Rate achtergestelde
obligaties SNS Bank;                                              € 3.900.000


Vermogensbestanddelen van SNS Reaal, onderscheidenlijk SNS Bank, onteigend ten name van de Stichting Afwikkeling Onderhandse Schulden SNS Reaal:

 de Van Doorn lening 2000-2020 (7.13%);              € 13.300.000
de Van Doorn lening 2000-2020 (7.10%);               € 7.100.000
de Stichting lening 1997-2014;                               € 14.400.000
de Poseidon lening 1999-2019;                               € 310.000
de Ohra Stichting lening 1999-2024;                       € 9.000.000.

 

Kosten rechtsbijstand en deskundigen

De Staat moet de kosten van rechtsbijstand en kosten van door partijen ingeschakelde deskundigen betalen aan de partijen die in het geding zijn verschenen, tot maximaal een bedrag van € 1.000.000, inclusief btw per partij.

De Staat zal verder de kosten van de door de Ondernemingskamer ingeschakelde deskundigen van in totaal € 3.593.427,19, inclusief btw, moeten betalen.

Toelichting

In haar eerdere beschikking van 16 april 2019 heeft de Ondernemingskamer beslist dat voor de hoogte van de schadeloosstelling moet worden beoordeeld welk bedrag de aandeelhouders en de obligatiehouders zouden hebben gekregen als SNS Reaal en SNS Bank niet zouden zijn genationaliseerd, maar in staat van faillissement zouden zijn verklaard. Het gaat dan vooral om de opbrengst van de afwikkeling van de hypotheekportefeuilles van SNS Bank en haar dochtervennootschappen en de opbrengst van de verkoop van het verzekeringsbedrijf van Reaal N.V. De Ondernemingskamer heeft de deskundigen gevraagd die opbrengst nader te berekenen.
De deskundigen hebben op 19 november 2019 hun nader deskundigenbericht uitgebracht.
De Ondernemingskamer acht de bevindingen van de deskundigen overtuigend en juist.
De Ondernemingskamer heeft verder een passende contante waarde factor vastgesteld voor de bedragen die volgens de deskundigen na ongeveer 10 jaar uit de veronderstelde faillissementen van SNS Bank en SNS Reaal zouden zijn ontvangen.

Eerdere (tussen)beschikkingen

De uitspraak is een vervolg op de eerdere tussenbeschikking van de Ondernemingskamer van 11 juli 2013, de beschikking van de Hoge Raad van 20 maart 2015 (ECLI: NL:HR 2015:661) en de tussenbeschikkingen van de Ondernemingskamer van 26 februari 2016 (ECLI:NL: GHAMS:2016:594) en 16 april 2019 (ECLI:NL:GHAMS: 2019: 1296), waarbij opdracht is gegeven aan de deskundigen.
Partijen kunnen nog cassatieberoep instellen bij de Hoge Raad.

Uitspraken